fotografy: Reyer Boxem

De liefde door de beeldende handen van Natasja Bennink

JURJEN K. VAN DER HOEK – 

Leven stoppen in een stuk dode materie lijkt een onmogelijke zaak. Uit een homp klei leven slaan en kneden lijkt alleen weggelegd voor de allerhoogste schepper. Toch kan de mens proberen om op dat voetstuk te gaan staan en zich de rol van schepper aanmeten. Tot het moment dat een wezen de adem ingeblazen moet krijgen om te leven, bezield en begeesterd raakt, kan de houwer zich een beeld vormen van wat is. Soms lukt het de kunstenaar de tijd stil te zetten en dat ene moment te laten leven. Vaak blijft de bezieling achterwege en vindt de toeschouwer zich er nauwelijks in. Natasja Bennink lukt het wel in vast materiaal een losse toets te leggen.

 

“Ik stel hoge eisen aan mijzelf en aan mijn bronsgieterij. Intensief en heel geconcentreerd boetseer ik aan mijn werk. Expressief, met nadruk op de grote lijnen – het grote gebaar. Monumentaal.”


Sociaal betrokken
“Mijn werk communiceert, het heeft een maatschappelijk geëngageerde inhoud; het is sociaal betrokken.” Grote woorden voor bijzondere beelden. Natasja Bennink is geen beeldhouwer, maar modelleert haar beelden in klei, om ze daarna uit een vorm in brons te laten gieten.

“Ik neem het menselijk lichaam als drager van betekenis, de mens als allegorie. Het vertrekpunt is de menselijke anatomie, met als essentieel onderdeel de daadwerkelijke aanwezigheid van het model, maar uiteindelijk verlaat het beeld de figuratie. Ik heb een idee en daarbij neem ik een mensfiguur, zodat ik de boodschap in dat lichaam kan leggen. Dat kan door de houding zijn of door kracht, de expressie in het beeld. Ik maak niet zomaar een beeld van iemand, het is geen realistische verbeelding. Het roept een spanning op die het model overstijgt.”


Kunst van de reductie
Het werk van beeldhouwer Natasja Bennink is monumentaal, krachtig en figuratief. Ze neemt haar eigen lijf in het beelden en dat van anderen in het verbeelden. De te vereeuwigen lichamen worden opgebouwd uit lappen klei, zodat de huid zich opent in brons. Haar sculpturen bestaan daardoor uit grote abstracte partijen. Ze reduceert, waar anderen meer gaan in details gaan werken.

Het model is geen evenbeeld, het is geen getrouwe kopie van het leven. Er is veel te vinden in de beelden van Bennink. Juist omdat het niet enkel maar evenbeelden zijn, meer omdat het dragers zijn van betekenissen. In de vorm wordt de boodschap gebracht, het verhaal dat verteld moet worden. En daarom spreken de figuren aan, want de kijker kan een detail van zichzelf er in kwijt.


De menselijke vorm
“Mijn werk moet mensen kunnen ontroeren en troosten. Maar het mag ook best irritatie opwekken. Het straalt gevoel uit, het lokt emotie uit, positief als negatief – dat is aan de verbeelding van de kijker. Ik vind wel dat mijn werk technisch perfect moet zijn. Ik werk met de menselijke vorm en ga uit van een helder concept, waarbij compositie en anatomie bepalend zijn voor het eindresultaat. Het moet artistiek verantwoord zijn. Ik stel hoge eisen aan mijzelf en aan mijn bronsgieterij. Intensief en heel geconcentreerd boetseer ik aan mijn werk. Expressief, met nadruk op de grote lijnen – het grote gebaar. Monumentaal.”

Veel van haar werk staat in de openbare ruimte. Daar ligt haar passie: beelden die  voor iedereen bereikbaar zijn. De inspiratie uit de dagelijkse omgeving houdt ze dicht bij zichzelf en haar werk heeft zodoende nauwelijks een drempel. Ze is in haar werk kritisch en snijdt menselijke onderwerpen aan als geboorte en dood, maar ook dementie, verkrachtingen en fijne seks.


Van kus tot koning
Voor de galeriehoudster van haar vaste internationale Galerie VCR in Antwerpen maakte ze onlangs in opdracht het levensgrote dubbelportret ‘Quand on n’a que l’amour’.

“Het is een ode aan de liefde tussen de vrouw en haar man. In de meeste van mijn objecten heb ik de liefde als inspiratiebron. Zo nam ik mijn pake en beppe uit Balk als model van het door het UMCG gekochte ‘Ons dagelijks brood’. Deze twee mensen zijn voor mij het voorbeeld hoe echte liefde zou moeten zijn: onvoorwaardelijk, hard werken, altijd vol liefde en dankbaar.”

Bennink is dankbaar omdat ze in de gelukkige omstandigheid verkeert dat haar werk goed verkoopt. Het is verre van statisch en tuttig, maar zet de beschouwer aan het denken en verbeelden. Ze werkt in opdracht voor gemeentes, provincies en particulieren. Over haar meest recente werk verscheen onlangs het boek ‘Van kus tot koning‘. Geen traditioneel kunstboek dat puur het werk van een kunstenaar laat zien. De uitgave bevat onder meer prachtige platen van fotograaf Reyer Boxem, die het werk van Bennink in de context van het moment dat hij het waarneemt heeft vastgelegd. Een wisselwerking tussen beeld en omgeving.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.