fotografy: Dirk van Ginkel

De binnenwereld van Dave Meijer

DIRK VAN GINKEL – 

Tot 17 juli is in Melklokaal voor hedendaagse kunst in Heerenveen de expositie ‘Niets verzonnen’ te zien. Dave Meijer, wiens schilderijen ook vaak te zien zijn in Museum Belvédère, exposeert er recent werk. Wie op basis van de titel denkt dat er weinig te beleven valt, heeft zich op het verkeerde been laten zetten. Zelden komt het voor dat er zoveel te ervaren valt aan werk waar zo weinig op te zien is.

Honderd schilderijen had hij uit zijn woonplaats Goes meegenomen naar Heerenveen en ze pasten allemaal in zijn Volkswagen Polo. “Als het moest had er ook nog een passagier bij gekund.” Dave Meijer schildert veel, maar meestal op klein formaat. En vaak in series. Twaalf, zestien of achtenveertig afzonderlijke schilderijen vormen dan samen één werk. Je koopt ze dus allemaal of je koopt ze niet. En als je ze koopt, dan ben je gehouden ze op een bepaalde manier op te hangen.

 

Museum Belvédère heeft een serie van mij. Als die geëxposeerd wordt, dan hangen de werken altijd op dezelfde plaats en op dezelfde onderlinge afstand van elkaar. Daar bestaan nauwkeurige instructies voor.

 

“Museum Belvédère heeft zo’n serie van mij. Als die geëxposeerd wordt, dan hangen de werken altijd op dezelfde plaats en op dezelfde onderlinge afstand van elkaar. Daar bestaan nauwkeurige instructies voor. Kijk maar.”

Meijer draait een van zijn werken om. Achterop staat allemaal informatie: pijltjes, zodat je weet wat boven en onder is, en diverse geschreven aanduidingen over de positie van het werk in de serie.

“Het luistert heel nauw hoe zo’n serie opgehangen wordt. Ik vind dat het oog van de kijker heen en weer moet bewegen, voortdurend het avontuur moet zoeken. Ik houd er niet van als de blik zich kan fixeren. Plaats je één schilderij in het midden, dan concentreert men zich daarop. Hang je drie gele accenten vlak bij elkaar, dan trekt dat de aandacht. ’t Is een soort schaakspel voor me om het precies goed te krijgen. Om me te plagen, hingen mijn kinderen vroeger de schilderijtjes stiekem wel eens anders op dan ik het bedoeld had. Ik zag dat dan wel. Want het is een heel langdurig proces om de juiste plaats van al die werkjes binnen een serie te bepalen, dus ik had er wel een mentaal beeld van. Maar die aanduidingen achterop hielpen me dan toch wel om het totaal weer snel op orde te krijgen.”

 

Ik keer telkens weer terug naar dezelfde basis: structuur zoeken aan de hand van horizontalen, verticalen en diagonalen. Dat geeft houvast in het platte vlak, maar ook in het kijken naar de buitenwereld.

 

Op de achterkant van een Meijer-schilderij is het met al die informatie een stuk drukker dan op de voorkant. Daar zie je een paar vlakken van meestal vuile kleuren, horizontaal, verticaal, soms wat schuin weglopend, een heel enkele keer is er een ronding te zien. Verder niks. Hoewel Meijer zijn werk meestal geen titels meegeeft, zie je door al die abstractie heen toch altijd weer landschappen. De expositietitel ‘Niets verzonnen’ lijkt in dit verband heel toepasselijk, want Meijer laat alles weg wat er voor hem niet toe doet: mensen, bomen, huizen, windmolens … Hij heeft zelf nog een andere uitleg.

“Ik werk nooit vanuit directe aanschouwing, een landschap vertaalt zich bij mij niet een-op-een in een schilderij. Ik ga dus niet met een ezeltje de wei in om te werken, maar ik kijk wel goed naar de wereld. Van wat ik zie, maak ik een voorstelling in mijn hoofd en die voorstelling neem ik mee naar mijn atelier. Dat is een grote zwarte doos die volledig is afgesloten van de buitenwereld, ramen zouden mij storen. Het enige wat ik in mijn atelier heb, is dus dat beeld van de werkelijkheid. En dan gaat het erom dat te vertalen in verf. Oh, dat is zo moeilijk, daar komt zoveel bij kijken. Ik wil namelijk dat mijn werk meer is dan alleen een object, een ding van verf. Dat alleen is niet genoeg. Ik wil dat het ook ergens naar verwijst, naar iets dat je buiten het schilderij zou kunnen ervaren. Het moet tegelijkertijd volledig object en volledig beeld zijn. En als die twee zich op een goede manier tot elkaar verhouden, dan is het werk niet verzonnen. Dan voel je dat het ergens vandaan komt, maar ook dat het ergens naar verwijst. Dan begint het wat te worden. Maar dan moet ik ook nog het gevoel hebben dat een werk echt uit mezelf komt, echt van mij is.”

 

Stel je voor dat je ooit het sublieme kunstwerk zou maken! Daar word je toch diep ongelukkig van? Nee hoor, geef mij maar de onvolmaaktheid, dat is veel interessanter.

 

Leg je het recente werk van Dave Meijer naast het werk dat verzameld is in de monografie ‘Landschappen rondom’ uit 2007 – een uitgave van Museum Belvédère – dan lijkt er weinig veranderd te zijn in vorm, thematiek en materiaalgebruik.

“Klopt. Ik ga misschien eens wat meer verf gebruiken of een ietsje losser en woester schilderen, maar meer niet. Misschien heeft dat wel te maken met mijn uiteindelijke doel. Ik wil me volledig vrij voelen om te doen wat ik wil, zonder te denken aan belangstellenden, critici, kopers… Alleen mezelf als referentie. Ik wil alle mogelijkheden binnen mijn eigen universum verkennen, tot de laatste druppel. Dat betekent in mijn geval dat ik mijn scope vernauw en dat ik herhaling nodig heb. Dus ik ga elke keer weer terug naar dezelfde basis en die is: structuur zoeken in de dingen aan de hand van horizontalen, verticalen en diagonalen. Dat geeft houvast in het platte vlak, maar ook in het kijken naar de buitenwereld. Vandaar ook de grote vormen, richtingen en structuren in mijn werk en het ontbreken van details.”

Dave Meijer schildert heel regelmatig over eigen werk heen, want maar al te vaak vindt hij dat zijn werk niet aan zijn verlangens voldoet. Toch heeft hij dat één keer niet gedaan. Hij besloot toen alle stadia van een reeks te bewaren. Maar hoe dat aan te pakken? Hoe de willekeur uit zo’n project te halen? Op zeker moment stond hij met een plankje van 18 x 25 cm in zijn handen en hij dacht: 18 x 25 = 450, ik maak een serie van 450 schilderijen. Min één, want het mag natuurlijk ook weer niet al te goed kloppen. Het is namelijk niet de bedoeling dat een werk ooit echt af is. “Stel je voor dat je ooit het sublieme kunstwerk zou maken! Daar word je toch diep ongelukkig van? Nee hoor, geef mij maar de onvolmaaktheid, dat is veel interessanter.”

 

 

 

De tentoonstelling ‘Niets verzonnen’ van Dave Meijer in Melklokaal voor hedendaagse kunst in Heerenveen wordt geopend op zondag 19 juni om 15.00 uur. De opening wordt verricht door Gert Jan Slagter, ontwerper van vele kunstboeken, waaronder Dave Meijers ‘Landschappen rondom’ uit 2007.

Reagearje

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.