Anno Smith versierde het noorden

Publisearre op 13 april 2016

GERBEN DE VRIES – 

Wederopbouwarchitectuur? De meningen hierover zijn sterk verdeeld, maar als er een volksreferendum over werd gehouden dan werden de meeste jaren vijftigwijken binnen twee jaar platgegooid. Architecten en studenten kunstgeschiedenis kunnen er wel lyrisch over worden. Ik citeer maar even: ‘Mooie jarenvijftigarchitectuur is rijk aan details: fraaie metselverbanden (siermetselwerk) en subtiele verwerkingen van geglazuurde stenen en prefab sierelementen. Uitkragende vensters en in- en uitspringende onderdelen zoals balkons en trappenhuizen verlenen de gevels een dynamische uitstraling.’ Tegenstanders spreken liever van treurige huizenblokken in sombere buitenwijken, eenheidsworst, saaie rijtjeswoningen zonder kraak of smaak.

Veel architecten van dat opbouwende tijdvak – toen binnen korte tijd in Nederland honderdduizenden woningen uit de grond moesten worden gestampt – hadden dat destijds ook wel een beetje door. Daarom zorgden ze ervoor dat deze nieuwe wijken werden versierd met sierelementen als keramiek of beeldhouwwerk. Vooral het werk van Anno Smith (1915-1990) was in die tijd in heel Noord-Nederland zeer gewild. Schrijver/kunsthistoricus Jaap Ekhart en fotograaf Rudger Nijman maakten een korte biografie van deze kleurrijke kunstenaar onder de titel Anno Smith Keramist. De grote gevelversierder. Bovengenoemd citaat komt uit dit boek.

 

Het boek over Anno Smith is vooral een fotoboek. De auteur is wat gemakzuchtig geweest en heeft wat te weinig fundamentele onderzoeksvragen gesteld. De onderschriften zijn soms ronduit knullig. Maar de fotografie is puik verzorgd.

 

Smith – door de auteur consequent liefkozend Anno genoemd, alsof de kunstenaar de allure van een Rembrandt of Michelangelo had – werkte vooral in de provincie en de stad Groningen. De vanuit Eelderwolde opererende keramist bakte eerst de ongeglazuurde klei op 1000 graden, beschilderde vervolgens het baksel met glazuur en bakte het product daarna nog eens op 1240 graden. Dat was een stuk hoger dan de meeste pottenbakkers deden. Hij gebruikte oxides die op hoge temperatuur hun kleur behielden. Vandaar dat er met koperoxide, kobaltoxide, tinoxide en uraniumoxide typische Anno Smith-kleuren ontstonden: de opmerkelijk heldere kleuren groen, blauw, wit en geel. De hard gebakken keramiek kon wel tegen een stootje. ‘Mijn steen gaat langer mee dan het gebouw’, zei de kunstenaar daar zelf eens over.

Ook in Friesland heeft Smith overal zijn sporen achtergelaten. Sporen die met veel doorzettingsvermogen door met name Rudmer Nijman en zijn vrouw Elske Hiddema werden teruggevonden. Gemakkelijk was dat niet, want vaak moesten in dorpen en steden de versierde huizen nog worden opgespoord en bovendien signeerde Smith zijn werk lang niet altijd. Al in 1942 – midden in de Tweede Wereldoorlog dus – had hij een tentoonstelling in Leeuwarden. In de Friese hoofdstad werd in 1956 aan de Tweebaksmarkt het PTT-telefoondistrictsgebouw geopend. Aan de gevel van dit gebouw -nu in gebruik bij KPN- hangen niet minder dan 32 grijze gevelstenen van Smith. In het echt zijn ze overigens veel mooier, maar de uitgever koos voor een niet-hoge kwaliteitsdruk voor de mooie foto’s van Nijman. Veel kleurrijker – en in de typische Smithkleuren – is de keramiek aan de Baljéstraat 12 in Leeuwarden , het in 1960 opgeleverde kantoor van It Boun fan Koöperatieve Suvelfabriken. Hier zijn allerlei bloemen te zien,. Smith maakte vaak bloemen, net als vogels en vissen, spelende kinderen of mannen of vrouwen die altijd naarstig aan de Wederopbouw werken.

Soms maakte Anno Smith seriewerk, zoals het gemeentewapen van Ooststellingwerf. De van geglazuurde terracotta gemaakte griffioenen zijn nu nog steeds te zien in scholen en andere gebouwen in onder meer Oostwolde, Appelscha, Haulerwijk, Donkerbroek en Oldeberkoop. Sommige van die scholen worden afgebroken en dan worden ze hopelijk herplaatst in andere panden. Dat was ook het geval met zuivelfabriek De Iendracht in Sint Nicolaasga, waar de voorstelling uit 1964 van twee boeren die een melkbus torsen in het zorgcentrum De Iendracht terechtkwam.

Het kan ook anders verlopen. Toen de christelijke kweekschool van Sneek in 1958 uitbreidde, plaatste de keramist allerlei christelijke symbolen op de muren. Later kreeg de school een andere functie en werd deels afgebroken. Sommige stukken bouwkeramiek van Smith werden gewoon op de grond tegen de muur gezet. Tja, en dan gaan ze ‘an diggels’, om een Sneker weblogger te citeren. In het ergste geval, zoals bij de zuivelfabriek van Oosterzee, ging Smiths siersteen bij de sloop verloren.

De kunstenaar plaatste zijn bouwkeramiek in nieuwe woonwijken, fabrieken en scholen. Bij afbraak wordt de vraag vaak urgent: wat doen we met Smith? Herplaatsing in een ander gebouw of een andere oplossing? Misschien wel de mooiste Anno Smith in Friesland werd in 1954 gemaakt voor de nieuwe brandweerkazerne van Kollum. Die werd in 1983 gesloopt. Nu zijn de brandweerlieden weer in prachtig Smithblauw te bewonderen bij het nieuwe kazernegebouw. Maar in een frame voor en niet tegen het gebouw zelf. Het is een oplossing, maar of het de fraaiste is? Het werk van Anno Smith werd gebruikt om verder vaak wat saaie gebouwen op te fleuren. Bij hergebruik zou dat altijd de eerste optie moeten zijn.

Het boek over Anno Smith is vooral een fotoboek. De auteur is wat gemakzuchtig geweest en heeft wat te weinig fundamentele onderzoeksvragen gesteld. De onderschriften zijn soms ronduit knullig. Maar de fotografie is puik verzorgd, al moet nogmaals gezegd worden dat de vormgever de foto’s te dof heeft laten afdrukken. In werkelijkheid is de keramiek van Smith veel mooier. Kijk dus eens in uw schuur of er wellicht nog een Anno ligt.

 

Jaap Ekhart & Rudmer Nijman, Anno Smith, keramist. Uitgeverij Leander, Groningen 2015. 19,95 euro.

Kategory
Tags

Diel dit artikel!

Relatearre artikels