fotografy: Foto: Inge van Hesteren / Festina Lente

Kulturele Haadstêd: Van visioen tot hoofdpijndossier

Fjouwer jier lyn alwêr, spruts Jannewietske de Vries foar it earst har fisioen fan Fryslân út as kulturele haadstêd fan Europa yn 2018. Mei o sa grutte ambysjes, sa gong de riddenaasje, kin de provinsje hielendal omtsjoend wurde yn in kreative kennisekonomy. Mar Fryslân2018 kampt mei ûnfoltôge foarnimmens, ôfbroazeljende stipe yn ‘e polityk en in noch altiten skriel draachflak. Wylst de polityk hjoed kedize sil oer in trochstart, ûndersocht Richard de Boer hoe’t de reis nei 2018 út ‘e koerts rekke.

‘Er zou nu een concept-bidbook moeten klaarliggen?’, herhaalt Henk Keizer mijn vraag aan de telefoon. ‘Waar haal je dat idee vandaan?’
Dat idee stond aangekondigd in het werkprogramma van de Stichting Fryslân Kulturele Haadstêd 2018 voor het lopende jaar. Een concept-bidbook – een schets van de prospectus waarmee Fryslân volgend jaar moet meedingen naar de titel van European Capital of Culture (ECoC) in 2018 – was een van de vele concrete resultaten die Keizer in zijn uitgangspuntennotitie beloofde. Een jaar geleden werd zijn notitie besproken door de Statencommissie Boarger en Mienskip, die ermee akkoord ging op voorwaarde dat de jaarlijkse provinciale subsidie van 1,2 miljoen euro aan de stichting concrete en duurzame culturele doelen dient.

 

Zichtbare slagader
Zo zou er dit jaar een communicatiebureau voor festivalpromotie Fryslân Festivals aan de slag gaan. Ook zou Keizer een groot samenwerkingsproject rond landschapskunst hebben gelanceerd. ‘Voorbereiden vanaf november 2010, pilot 2011 en 2012 door naar 2018’, luidde de haastig geschreven plannenmakerij. Er zouden werkgroepen uit bedrijfsleven, wetenschap en onderwijs, landbouw en andere sectoren zijn gevormd om over de koers van Fryslân2018 te adviseren. Het draagvlak onder het bedrijfsleven zou met reclamelui vergroot worden. En een multidisciplinaire werkplaats voor talentontwikkeling ‘Huis voor Talent’ opent zijn deuren. Daar komt nog bij dat Keizer van de provincie de opdracht heeft om in de opmaat naar het jubeljaar een nieuwe editie van het Frysk Festival in 2013 in de steigers te zetten.

Van deze activiteiten viel in de eerste tien maanden van dit jaar nog niets te bespeuren op het projectbureau in de Johannes de Doperkerk. Wel was het een komen en gaan van communicatiestrategen die met zo’n zeven ton voor communicatie en draagvlakverbreding aan de slag mochten. Er werd een promotiekrantje gemaakt dat in het voorjaar als weekendbijlage met de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad zou meegaan, maar uiteindelijk huis-aan-huis tussen de reclamefolders terechtkwam. Dat zette geen zoden aan de dijk voor het gezochte draagvlak vanuit de Friese samenleving. Begin oktober telde het twitteraccount @fryslan2018 een karige 164 followers en in de maand die volgde kwam er gemiddeld één follower per dag bij.

De voornaamste ‘zichtbare slagader in de provincie’ is dan nog wel de langlopende Reis naar 2018 waar samen met bewoners van een aantal dorpen locatievoorstellingen, dorpsfeesten en culinaire activiteiten zijn gerealiseerd. Maar hoe succesvol zo’n Reis op dorpsniveau ook is, zoiets kan toch moeilijk het prominente uithangbord van Fryslân2018 zijn waar de organisatoren haar voor houden.

Henk Keizer –– afkomstig uit de theaterwereld en eerder zakelijk leider van Terschellings Oerol en theatergezelschap Dogtroep –– had zich als kwartiermaker voorgenomen om de ambitie voor 2018 niet van bovenaf over de bevolking uit te storten, vertelt een oud-medewerker. ‘In zijn bevlogenheid probeerde hij dat bottom-up van de grond te krijgen, maar het is ‘m niet gelukt dat in een helder proces om te zetten. Er ontbrak een inhoudelijke lijn. Literatuur en dans vielen buiten beeld. Hij liet zich ook slecht helpen. Ons advies werd weggewuifd en van kennisuitwisseling kwam niks terecht. Buiten de deur had hij veel gesprekken die niet werden gedeeld met het team. Dan krijg je dus vertraging, mensen moeten worden gebriefd. Het is typisch gedrag van een creatief iemand die aangestuurd zou moeten worden.’

‘In zijn communiceren was Keizer vaag en inconsistent’, zegt een ervaren raadsman die hem enige tijd belangeloos adviseerde uit passie voor de Friese zaak. ‘Hij was chaotisch, kwam afspraken niet na en was ook altijd te laat met rapportages. Hij gaf nooit precies de feiten weer, maar schiep een beeld waarmee het functioneren van hemzelf en z’n club in een mooi daglicht kwam te staan. Het stichtingsbestuur heeft hem z’n gang laten gaan en ook van provinciezijde is de regie ontoereikend geweest.’
Zowel de raadsman als de oud-medewerker stapten op uit onvrede over Keizers mismanagement.

 

Metropoal fan talint
Het zou niet zo pijnlijk en gênant zijn, als het niet om het vlaggenschip van het Friese cultuurbeleid ging. Het projectbureau zou een verbindende rol spelen in de transitie naar een creatieve kenniseconomie. De provincie wilde de creatieve industrie in Fryslân stimuleren, maar tuigde het bureau in de praktijk op als doorgeefluik van provinciale cultuursubsidies. Met enige gegrondheid vragen de Statenfracties van VVD en D66 zich nu af of het college van gedeputeerden nog wel gelooft in het binnenhalen van de status van culturele hoofdstad. De vraag rijst bovendien of de torenhoge ambities in het provinciale cultuurbeleid überhaupt waargemaakt kunnen worden.

‘Het is niet zo dat wij de regisseur van onze ambitie zijn om culturele hoofdstad te worden’, reageert bestuursadviseur van de provincie Matthé ten Wolde enigszins ontwijkend. ‘En daarmee bedoel ik dat het college steeds heeft aangegeven dat het geen feestje van de overheid is, maar van de gehele bevolking. Als blijkt dat er geen draagvlak is, dan is het einde verhaal.’

‘Het lijkt erop dat dit plan teveel is bedacht door mensen in de provinciale overheid’, bespeurt niettemin cultuureconoom Arjo Klamer van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. ‘Cultuur speelt een belangrijke rol in economische ontwikkelingen, maar dat is niet een wet die in steen is gebeiteld. Het laat zich niet van bovenaf organiseren. Wat overheden kunnen doen is vooral reageren op wat er in het veld gebeurt. Als een overheid zelf het voortouw neemt, dan gaat het bijna altijd fout. Dan wordt het vaak het werk van commissies en organen, waar weinig sprake is van persoonlijke betrokkenheid, mensen komen en vertrekken weer, er verdwijnt veel geld in.’

Het voortouw voor de ambitie van 2018 werd genomen door Jannewietske de Vries, kort na haar aantreden als kersverse cultuurgedeputeerde in 2007. Ze zag Fryslân voor zich als een metropoal fan talint waar creatievelingen, culturele ondernemers, bestuurders en wrâldfriezen met elkaar bouwen aan een uitdagend cultureel profiel. ‘As wy dat ferhaal, dat kulturele profyl skerp krije’, hield De Vries haar gehoor voor bij de uitreiking van de Gysbert Japicxpriis in oktober 2007, ‘dan kin de provinsje dêr in programma ûnder lizze.’

Haar visioen werkte aanstekelijk en het programma kwam er ook. De ambitie voor 2018 werd verankerd in de cultuurnota Finster iepen (2009-’12). De Vries organiseerde een grote brainstormsessie met de Friese cultuurwereld. De hele provincie werd geprofileerd als brûsplak waar ruimte is voor creatieve ideeën, innovatieve producten en cultureel ondernemerschap. Er werd een speciale geldpot voor gereserveerd. ‘Je moet haar nageven dat ze grote projecten durft na te streven’, oordeelt kunsthistoricus Huub Mous over Jannewietske de Vries. ‘Ze is de eerste cultuurgedeputeerde sinds Johanneke Liemburg die echt grote ambities aan de dag legt. En dat siert haar.’ Maar van de uitvoering is weinig terechtgekomen.

Zo is er van een Frysk Festival in 2013 in geen velden of wegen iets te bekennen. En dat terwijl het festival in de opmaat naar 2018 een staalkaart zou bieden van ‘alle creatieve innovatieve energie in de provincie’. Netwerkorganisatie Fryslân Ferbynt speelde met het idee om daar nog een Friezenreünie à la Simmer 2000 in te schuiven. ‘Ze dachten zo’n model over te kunnen doen zonder enig idee te hebben hoe dat van de grond kwam’, stelt Mous, die via Keunstwurk betrokken was bij eerdere edities van het Frysk Festival. ‘Als een soort vaderfiguur wist Henk Kroes voor Simmer 2000 een brede volksbeweging te mobiliseren. Hij kreeg ontzettend veel geld los van het Friese bedrijfsleven en particulieren, puur op basis van zijn naam en het idee van een van onderop gedragen initiatief. De Slachtemarathon was puur ontstaan door vrijwilligers. Er hing een echt Elfstedengevoel. De overheid steunde volop, maar het idee was ontstaan van onderop vanuit een bezieling en daarop dreef het. Dat is natuurlijk uniek in z’n omstandigheden. Dat kun je niet zomaar als format overnemen.’

Het plan voor een Frysk Festival kwam voor het laatst ter sprake in 2009, toen cultuurgedeputeerde De Vries het tegenover de Statenfracties nog als topprioriteit bestempelde. De stichting Frysk Festival blijkt inmiddels uitgeschreven uit het handelsregister. Toenmalig voorzitter Gerard van Klaveren, burgemeester van Weststellingwerf, licht toe: ‘We gaven de provincie in onze evaluatie van het Frysk Festival 2008 mee dat een echt succesvol Frysk Festival een aangescherpte frequentie moest krijgen. Dus niet vijfjaarlijks, maar eens in de twee, drie jaar. Met ons advies is verder niets gedaan, maar ik kreeg te horen dat het provinciehuis de kaarten wenste te zetten op de ambitie voor culturele hoofdstad in 2018. In overleg met de provincie hebben we toen het bestuur ontbonden en de stichting geliquideerd.’

Ook de brûsplakkenregeling loopt (nog) niet zoals het zou moeten. Van de negen aanvragen in 2010 werden er slechts twee gehonoreerd. Dit jaar werd aan drie aanvragen een subsidie toegekend. ‘Men weet elkaar nu nog niet goed te vinden, de kunstenaars en het bedrijfsleven’, verklaart woordvoerder van de provincie Ten Wolde. ‘Hierdoor zijn aanvragen niet altijd kwalitatief aan de maat.’

 

Cultureel sex-appeal
De Friese ambitie voor 2018 raakt intussen steeds verder achter op de concurrenten Maastricht, Eindhoven, Utrecht en Den Haag. Het proces wordt nog eens extra vertraagd door het maandenlang ondergeschoffelde misverstand over de Europese regels die stellen dat alleen een stad –– niet een regio –– zich kan laten nomineren als culturele hoofdstad. Fryslân kon op eigen wize als provincie culturele hoofdstad van Europa worden, bleef gedeputeerde De Vries lang volhouden. “We wijzen desnoods Sloten aan”, vulde Henk Keizer eens aan in de Leeuwarder Courant. Het bleek dit jaar ineens heel anders te liggen toen het gemeentebestuur van Leeuwarden als officiële aanvrager van de kandidaatstelling gevraagd moest worden. Als vaandeldrager stelde Leeuwarden zich dienstbaar op, maar niet bepaald uitbundig of vol overtuiging van haar eigen culturele sex-appeal. De Friese hoofdstad moet immers tegelijkertijd harde bezuinigingen op kunst en cultuur treffen.

‘Zo’n bidbook kan volgend jaar best geschreven worden onder regie van Leeuwarden’, zegt Sjoerd Feitsma, PvdA-fractievoorzitter in de Leeuwarder gemeenteraad, ‘maar dan moet de financiering vanuit de provincie blijven komen. Het moet helder zijn dat Fryslân2018 een idee is van de provincie, die dan ook het bidbook in 2012 moet betalen.’ Hij nuanceert zijn eerder geuite cynisme in de digitale stadskrant Liwwadders: ‘Het plan voor 2018 gaat ook over het verduurzamen van de culturele infrastructuur. En ik deel ook wel de gedachte van Jannewietske de Vries dat je bestaande initiatieven hiermee kunt ondersteunen en versterken.’ Maar Feitsma heeft nog geen idee waar de zestig à honderd miljoen euro vandaan moet komen waarmee een volwaardige culturele hoofdstad doorgaans gefinancierd wordt.

Cultuureconoom Klamer heeft advies: ‘Het is belangrijk te bedenken wie er betalen en wie er profiteren. Als vooral de horeca en hotels ervan profiteren, waarom organiseren zij het dan niet? Je zou commerciële partijen bereid moeten vinden als het effect zo groot is.’ De economische impact van een jaar als culturele hoofdstad wordt in elk geval hoog ingeschat op het provinciehuis en het projectbureau. Een investering in Fryslân2018 zou zich minstens dubbel laten terugverdienen. ‘Ik moet daar altijd wat om lachen’, zegt Klamer. ‘Het gaat om een tijdelijk effect dat ten koste gaat van economieën in omliggende gebieden. Mensen geven dan hun geld uit in Leeuwarden in plaats van Groningen. Een culturele hoofdstad concentreert aandacht en bundelt krachten, maar uit analyses blijkt dat dat vooral ten koste gaat van wat ervoor en erna gebeurt. Het effect ebt snel weg, zie Rotterdam 2001. Glasgow was wel zeer succesvol omdat de culturele infrastructuur daar echt duurzaam is gemaakt, maar voor de meeste culturele hoofdsteden geldt dat er over het effect niet veel te zeggen valt.’

Ondertussen werken cultuurambtenaren op het provinciehuis in allerijl aan wat al ‘Fase 2 van Kulturele Haadstêd’ wordt genoemd en een ‘herpositionering voor alle betrokkenen’ zal inhouden. Op 15 november moet er een coherente gezamenlijke koers van Fryslân en Leeuwarden gepresenteerd worden. Het woord is dan aan de Statenfracties en de Leeuwarder raadsfracties.

Richard de Boer,
Sjoernalist, redakteur en ûnôfhinklik ûndersiker. Hy wurke earder foar ûnder oaren FEM Business, De Groene Amsterdammer en debatsintrum De Balie
.

download dit artikel as PDF-bestân

Comments
3 reaksjes oan “Kulturele Haadstêd: Van visioen tot hoofdpijndossier”

DE MOANNE

'de Moanne' wol in breed en kreatyf poadium biede foar aktuele en skôgjende bydragen oer kultuer en de keunsten. 'de Moanne' lit sjen wat der yn en om Fryslân spilet, yn taal, byld en nije media. 'de Moanne' ferskynt op it web, op papier en organisearret 'live'-moetingen.